De regels voor rij- en rusttijden van taxichauffeurs worden aan het einde van dit jaar flink versoepeld. Taxichauffeurs, zowel zzp als loondienstchauffeurs, mogen straks vrijwel onbeperkt nachtdiensten draaien. Zolang ze maar voldoen aan genoeg dagelijkse en wekelijkse rust. De inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) controleert dan alleen nog maar op pauze, dagelijkse rusttijd en wekelijkse rusttijd. Het begrip ‘rijtijd’ verdwijnt. Het Sociaal Fonds Taxi (SFT) controleert straks op naleving van de cao-afspraken over arbeidstijd. Dat heeft staatssecretaris Mansveld laten weten aan de Tweede Kamer.
De staatssecretaris verwacht de regels in het najaar aan de Kamer te kunnen voorleggen. De nieuwe regels zijn een uitwerking van Motie de Mos, die op verzoek van de taxibranche was ingediend om de rij- en rusttijden voor taxivervoer te vereenvoudigen.
“Zzp-taxichauffeurs moeten straks minimaal 10 uur per dag rust hebben. Eens in de 14 dagen mogen ze minimaal 8 uur rusten. Er wordt daarbij niet gekeken naar de hoeveelheid nachtdiensten. De werktijden mogen ze zelf bepalen”, legt Carlijn Donselaar, woordvoerster ministerie Infrastructuur en Milieu, uit. “Verder geldt minimaal 72 uur aaneengesloten rust in de 14 dagen. Ze mogen die zelf splitsen in perioden van elk minimaal 24 uur.”
Loondienschauffeurs vallen straks grotendeels onder de regels die gelden vanuit de reguliere Arbeidstijdenwet. Die is op vrijwel alle werknemers in Nederland van toepassing. Dat betekent maximaal gemiddeld 48 arbeidsuren per week over een lange periode. En een absoluut maximum van 60 uur per week en 12 uur arbeidstijd per dienst. En na een vijfdaagse werkweek, verplicht 36 uur rust. Een langere werkweek is ook mogelijk, mits in een periode van 14 dagen de werknemer minimaal 72 uur aaneengesloten niet werkt.
Ook bij loondienstchauffeurs geldt grote vrijheid voor het bepalen van het aantal nachtdiensten. Donselaar: “Voor werknemers in loondienst geldt het voorbehoud dat het aantal nachtdiensten in de cao moet zijn vastgelegd en dat individuele werknemers daarmee instemmen.”
Motie de Mos werd al in 2011 aangenomen door de Tweede Kamer. “Het heeft ruim twee jaar geduurd, voordat ik u het voorstel voor de uitvoering van de motie kan voorleggen”, schrijft Mansveld. “Deze tijd was nodig voor intensief overleg met KNV, FNV, CNV en ZZP Nederland om tot een breed gedragen voorstel te komen.”
“Wij zijn redelijk tevreden over de uitwerking”, licht KNV Taxi-secretaris Hubert Andela toe, die heeft deelgenomen aan de onderhandelingen. “Het gaat erom dat de regels zo zijn dat wat ‘normaal aanvaardbaar’ is. De huidige regels waren onwerkbaar. Met name de beperking van het aantal nachtdiensten leidt tot problemen bij zzp’ers. Zeker als alles wordt geregistreerd via de Boordcomputer Taxi. Gelukkig is dat straks opgelost en mogen taxichauffeurs, als ze dat willen, veel meer nachtdiensten draaien.”
Met het voorstel wordt meer verantwoordelijkheid gelegd bij werkgevers en werknemers. Het biedt ruime mogelijkheden tot onderhandelingen tussen hen, zowel op CAO- als op bedrijfsnveau. Hierbij geldt dat CAO-afspraken voorrang hebben. Maar daar hebben zzp’ers niets mee te maken.
De ILT controleert straks de wettelijke regels. SFT zal verantwoordelijk worden voor controle op naleving van de cao-afspraken over arbeidstijden. Die zijn bijvoorbeeld op het gebied van pauzeregelingen strenger dan de Arbeidstrijdenwet. En mochten vakbonden en werkgevers bijvoorbeeld in de cao afspreken dat loondienstchauffeurs een maximaal aantal nachtdiensten mogen draaien, dan zal dat bij reguliere SFT-controles meegenomen worden.
De controle op loondienstbedrijven zal hiermee toenemen. Want Sociaal Fonds Taxi controleert ieder taxibedrijf minimaal één keer per drie jaar. Gemiddeld worden taxibedrijven zelfs eens in de twee jaar gecontroleerd. De controle door ILT was heel wisselvallig, omdat die voornamelijk naar individuele chauffeurs op straat kijkt. En naar een werkboekje met arbeidstijden, dat niet altijd even eerlijk werd ingevuld.